Kinderkanker is steeds beter te behandelen. De kans dat iemand 5 jaar later nog leeft, is nu gestegen naar ongeveer 80%. Maar de behandeling met chemotherapie en/of radiotherapie kan op latere leeftijd allerlei lichamelijke gevolgen hebben. Over de gevolgen van deze behandelingen op de mondgezondheid was nog weinig bekend. Juliette Stolze onderzocht daarom - met subsidie van KiKa en ACTA - de mondgezondheid van een grote groep overlevers van kinderkanker.
Tanden en kiezen ontbreken
Stolze ontdekte dat de behandelingen verschillende gevolgen hebben voor de mondgezondheid. Bij 1 op de 3 overlevers heeft het gebit zich, op latere leeftijd, anders ontwikkeld dan gemiddeld. Tanden en kiezen ontbreken soms, en de vorm van de aanwezige tanden en kiezen is vaak anders. Ook komt een droge mond vaak voor, vooral bij overlevers die een bestraling van het hoofd-halsgebied kregen. Speeksel heeft een beschermende werking voor de mondgezondheid, en een tekort geeft dan ook problemen, zoals een hoger risico op gaatjes, infecties, slijtage en gevoelige slijmvliezen en tandhalzen.
Meer aandacht
Ondanks deze mondproblemen ervaren veel overlevers hun mondgezondheid - naar verhouding - als goed. Het is belangrijk dat een tandarts weet of iemand kinderkanker heeft gehad en wat die voor behandeling kreeg. Dan kunnen overlevers voldoende zorg krijgen, en kan de tandarts mondproblemen voorkomen of al vroeg herkennen. Juliette Stolze vraagt dan ook om meer aandacht voor de late gevolgen van kinderkankertherapie op de mondgezondheid.