Catherine Volgenant, Ilona Persoon en Hans de Soet van ACTA inventariseerden de situatie en schreven een overzichtsartikel en aanbevelingen voor de mondzorgpraktijk.
Niet iedereen die besmet is met het SARS-CoV-2 (COVID-19) virus heeft klachten. Daarnaast is het verschil in de uiting van de ernst van de klachten uiteenlopend. Je kunt het virus bij je dragen en dus ook overdragen terwijl je zelf geen klachten hebt. Daarom moet ervan uitgegaan worden dat iedere patiënt die een mondzorgpraktijk bezoekt, mogelijk besmet is met het virus om zo de risico’s op overdracht zo klein mogelijk te houden.
SARS-CoV-2 wordt uitgescheiden via het speeksel in de mond en kan mogelijk verspreid worden via aerosolen. Deze aerosolen worden geproduceerd tijdens bijna alle behandelingen, bijvoorbeeld bij het boren, het blazen in de mond en het verwijderen van tandsteen.
De grootste kans op besmetting in de mondzorgpraktijk is via spatten en aerosolen. De behandelaar en de patiënt zijn in bijna alle gevallen op minder dan 1,5 afstand van elkaar. Goede ventilatie vermindert het aantal bacteriën en virussen in de lucht.
Overdracht van het virus kan ook plaatsvinden via oppervlakken. Er is nog niet vastgesteld na hoeveel tijd virusdeeltjes nog een infectie kunnen veroorzaken.
Alle oppervlakken waarop aerosol terecht is gekomen of die de patiënt heeft aangeraakt, zijn potentieel besmet.
Nauwkeurige toepassing van infectiepreventiemaatregelen zijn van groot belang in de mondzorgpraktijk.