De rubrics laat zien welke taken per deelgebied horen bij welk niveau: junior, medior, senior en expert). Dit gaat om kwantiteit als kwaliteit.
De 5 deelgebieden zijn: onderwijs, onderzoek, zorg, valorisatie en leiderschap.
De rubrics wordt door de medewerker zelf ingevuld. En wordt besproken met de leidinggevende tijdens het jaargesprek, beoordelingsgesprek of wervingsgesprek. Het narratief van de medewerker (het verhaal bij de rubric) is daarbij ook belangrijk.
De kwantitatieve indicatoren in de rubrics zijn een richtsnoer. Bij het bespreken ervan moet rekening gehouden worden met de persoonlijke situatie en loopbaan. Denk aan verschillende banen vóór de functie op dit moment of aan verlof door ouderschap, zwangerschap, ziekte of mantelzorg. Hierdoor kan een medewerker (tijdelijk) minder output hebben gehad.