Vind je hieronder geen antwoord op je vraag? Je leidinggevende of HR-adviseur helpt je graag verder.
Veelgestelde vragen over ‘Erkennen en Waarderen’
-
Welk probleem wordt opgelost?
De erkenning en waardering van wetenschap en wetenschappers is vaak eenzijdig, gericht op wetenschappelijke output. Met het programma willen universiteiten een betere balans vinden door naast wetenschappelijke output ook onderwijs, patiëntenzorg, valorisatie en leiderschap te erkennen en waarderen. Wetenschappers kunnen hierdoor beter vormgeven aan een loopbaan die bij hun ambities en talenten past. Goed leiderschap moet deze ontwikkeling ondersteunen.
-
Betekent de nieuwe loopbaanontwikkeling dat je makkelijker bevorderd kunt worden?
Nee. Het loopbaanmodel en de rubrics geven vooral aan welke competenties iemand moet bezitten op een bepaald niveau en het biedt een handvat voor het gesprek, zowel individueel als in teamverband. Als je de competenties bezit die bij een hoger functieniveau horen, betekent dat niet automatisch dat je daar ook recht op hebt. Er moet nog steeds formatieruimte en geld zijn om iemand te kunnen bevorderen.
-
Kun je kiezen om bepaalde taken niet meer te doen?
UvA en VU vinden de ‘tweebenigheid’ van wetenschappelijk medewerkers nog steeds heel belangrijk, dus iedereen heeft nog steeds onderwijstaken en onderzoekstaken. Ook bestuurlijke en/of organisatorische taken horen er voor iedereen bij. De verhouding tussen onderwijs en onderzoek kan per persoon verschillen, waardoor iemand meer nadruk op onderzoek, onderwijs, zorg of valorisatie kan leggen. Het takenpakket van onderzoekers wordt ook bepaald door de behoeften van het team of de sectie. De VU en ACTA hanteren een ondergrens van de inzet van 20% van het aantal fte's voor onderwijs en 20% voor onderzoek (samen minimaal 40%).
-
Vervangen de rubrics de bestaande UFO-profielen?
Nee, de UFO-profielen zijn landelijk vastgesteld voor alle universiteiten en blijven bestaan naast de rubrics. De rubrics zijn een ACTA-specifieke invulling van de verschillende taken die een wetenschappelijk medewerker vervult en die in de UFO-profielen staan beschreven.
De universiteiten hebben met elkaar afgesproken dat de UFO-profielen door alle HR-directeuren gezamenlijk worden beoordeeld en aangepast door ‘Erkennen en Waarderen”.
-
Als teamprestaties belangrijker worden, gaat dat niet ten koste van individuele ontwikkeling? Ben ik straks veel afhankelijker van mijn collega’s in mijn loopbaan?
Nee, ‘Erkennen en Waarderen’ gaat er vooral over dat we een betere balans willen bereiken tussen de waardering voor teamprestaties en individuele prestaties. Een sectie heeft een bepaald aantal taken uit te voeren en niet iedereen is even goed op alle terreinen of heeft dezelfde ambities. Door in een team te kijken naar de taken in relatie tot persoonlijke ambities en talenten, doen we meer recht aan individuele verschillen. Bovendien zijn onderzoek-, onderwijs- en zorgprestaties bijna altijd het resultaat van teamwork.
-
Stoppen we met het beoordelen van iemands prestaties met bijvoorbeeld een h-index?
De UvA en VU hebben DORA onderschreven. Dit is een internationale verklaring die zegt dat de inhoud van onderzoek belangrijker is dan die kwantitatieve indicatoren. De indicatoren lijken een zekere objectiviteit te bieden, maar geven een eenzijdig beeld van kwaliteit. Dit is een belangrijke aanleiding geweest voor het landelijke position paper Ruimte voor ieders talent over ‘Erkennen en Waarderen’. Dat betekent natuurlijk niet dat publicaties er niet meer toe doen en dat alle metrics verboden zijn. Metrics blijven nu nog belangrijk, maar er wordt nu ook meer naar andere aspecten gekeken.
-
Wat betekent deze ontwikkeling voor mijn loopbaan in internationaal perspectief?
Nederland heeft de ambitie om voorloper te zijn op het gebied van ‘Erkennen en Waarderen’ en open science. Maar Nederland staat zeker niet alleen in die ontwikkeling. In heel Europa wordt dit gesprek gevoerd en ook de Europese Commissie stelt open science als norm voor de wetenschap. De transitie die nu in Nederland plaatsvindt is vanuit een internationaal perspectief zeker spannend, maar de Nederlandse universiteiten vinden het realiseren van de doelen van Erkennen en Waarderen belangrijker dan het bestaande systeem in stand te houden.
-
Gaat het alleen over wetenschappelijk personeel?
De discussie over erkennen en waarderen is gestart uit de behoefte om meer evenwicht te brengen in de verschillende taken van het wetenschappelijk personeel. Maar al snel werd in de landelijke discussies duidelijk dat je niet van teamscience kunt spreken als je ook niet over het ondersteunend en beheerspersoneel spreekt (denk aan labmedewerkers, datastewards, IT-specialisten). Op alle universiteiten wordt daarom nadrukkelijk ook uitwerking gegeven aan Erkennen en Waarderen voor ondersteunend personeel. Binnen ACTA volgen we daarin het beleid van de UvA en VU nauwlettend.
-
Wordt de werkdruk verlaagd?
Nee. Maar het kan wel bijdragen aan meer focus in werkzaamheden. Een veelgehoord probleem is dat wetenschappers soms de druk voelen om een ‘schaap met vijf poten’ te zijn. Het is belangrijk om dit met je leidinggevende te bespreken en samen te kijken op welk terrein je je zou kunnen en willen ontwikkelen. Zo hoef je niet op alle gebieden uit te blinken.
Meer erkenning voor wat je goed doet in je werk kan ook energie geven, waardoor je de werkdruk beter aankunt. Dit betekent niet dat je verplicht bent een loopbaanpad met een nadruk te kiezen. Sommige medewerkers geven er de voorkeur aan om evenwichtig taken uit te voeren in alle 5 de deelterreinen.