Patiënten(zorg) Onderwijs Onderzoek Over ACTA EN
Login als
Student Medewerker
Inschrijven t/m 17 jaar Beugel? Kom naar ACTA! Mondzorg kwetsbare ouderen
Afspraak maken of wijzigen Inschrijven Spoed en pijnklachten Verwijsklinieken Verwijzen
Bachelor Tandheelkunde Toelatingseisen Bachelor Master Oral Health Sciences
Master Tandheelkunde Onderwijs voor professionals Voor mondhygiënisten Voor docenten Voor studenten
Onderzoek uitgelicht Prijzen en onderscheidingen Onze wetenschappers
Contractonderzoek/valorisatie Promoveren Vind een expert Wetenschappelijke publicaties Voor onderzoekers
Samenwerking UvA&VU Werken bij ACTA Voor media en pers
ACTA-gebouw Afdelingen en secties Contact en bereikbaarheid Organogram Missie, visie en kernwaarden
Sorry! The information you are looking for is only available in Dutch.
Deze opleiding is opgeslagen in Mijn Studiekeuze.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.

Diversiteit en communiceren

Laatst gewijzigd op 29 oktober 2024
Inclusief communiceren gaat over de taal die wordt gebruikt, want woorden maken een verschil als we het hebben over diversiteit en inclusie.

Met inclusieve taal neem je iedereen mee. Het maakt daarbij niet uit wat je culturele, seksuele, religieuze of ideologische achtergrond, leeftijd en fysieke of mentale beperking is. En je behandelt iedereen in de communicatie gelijkwaardig, dus: genderneutraal, niet-seksistisch en niet-genderspecifiek. 

Hoe kan je het best inclusief communiceren?

  • Inclusief schrijven

    Een aantal tips om inclusief te schrijven: 

    • Gebruik als aanhef voor bijvoorbeeld e-mails of brieven: Beste student/medewerker/patiënt. Niet: Geachte heer/mevrouw. 
    • Gebruik het woord 'hij' alleen als je speciaal naar een gender verwijst. Dus niet: 'De lamp viel om, nu is hij stuk.' Wel: 'Jan Janssen houdt van muziek. Hij is muzikant.' 
    • Gebruik bij het benoemen van groepen geen genderspecifieke benamingen: Niet: 'Er zaten 40 man in de zaal’. Wel: ‘Er zaten 40 mensen in de zaal’.
    • Vermijd zinnen die de indruk geven dat 'mannelijk' de norm is en 'vrouwelijk' de uitzondering. Niet: 'De vrouwelijke CEO nam maatregelen'. Wel: 'De CEO nam maatregelen'    
    • Vermijd de vrouwelijke vorm van beroepsnamen. Een paar voorbeelden. Niet: docente, maar docent. Niet: directrice, maar directeur. Niet: ombudsman, maar ombudsfunctionaris. Niet: brandweerman, maar brandweerkracht. Niet: promovenda, maar promovendus. 
    • Wel: partner en ouder. Niet: vrouw/man of vader/moeder.
    • Bedenk of het benoemen van een etniciteit belangrijk is. Meestal niet en laat het dan ook weg. 
    • Vermijd onnodige verwijzingen naar het fysieke en/of intellectuele vermogen van een persoon of groep. Ook dat is meestal niet nodig en benadrukt alleen maar de norm. 
    • Benoem je de achtergrond van iemand. Zeg dan: ‘iemand met migratieachtergrond’, 'mensen van kleur' of 'mensen met een biculturele of multiculturele achtergrond'. Niet: ‘allochtoon of buitenlander’.
    • Wel: 'de blinde man'. Niet: 'de blinde'
    • Wel: Surinaamse-Nederlander, Marokkaanse-Nederlander, Turkse-Nederland. Niet: Surinamer, Marokkaan of Turk.  
    • Wel: transpersoon/vrouw/man of transgender persoon. Niet: transgender, transseksueel of travestiet. 
    • Wel: een lesbische vrouw/ een homoseksuele man. Niet: lesbienne, lesbo, homo, homoman. 
    • Wel: seksuele oriëntatie. Niet: seksuele identiteit/voorkeur of geaardheid
    • Als je het over kleuren hebt, gebruik dan ‘Wit’ in plaats van ‘Blank’.
    • Wel: 'Hij let graag op details', niet: 'Hij is autistisch'. 
    • Vertel wat het doel is van een bijeenkomst als je erover communiceert. Bijvoorbeeld: napraten, informeel samenzijn, start/einde van het jaar, afscheid/viering van. In plaats van borrel. Zie ook: geschenken voor collega's   

    Voor meer tips en voorbeelden zie deze (niet complete) lijst: 

  • Aanspreekvorm

    Persoonlijke voornaamwoorden ('pronouns'), gebruiken we elke dag om met elkaar te communiceren. Voornaamwoorden als hij, zij, hem en haar worden hierbij vaak gebruikt, omdat de norm in onze samenleving man of vrouw is. Alleen, niet iedereen herkent zichzelf als man of vrouw. Sommige mensen herkennen zichzelf als non binair. Ook zijn er mensen die in transitie zijn. Daarnaast kan het voorkomen dat je iemand ontmoet waarbij de gender van de persoon je niet direct duidelijk is. Om erachter te komen hoe iemand wil worden aangesproken kun je dat het beste vragen.   

    • Welke voornaamwoorden gebruik je? 
    • Welke voornaamwoorden wil je dat ik gebruik? 

    Het kan zijn dat je het niet meteen lukt het gewenste voornaamwoord juist te gebruiken. Dat is oké. Doe je best om het juiste voornaamwoord te gebruiken en zeg sorry als je een fout maakt.

  • Communiceer je eigen voornaamwoorden

    Door aan te geven wat jouw voorkeur heeft, werk je actief mee aan het creëren van een inclusieve omgeving. Plekken om jouw voornaamwoorden aan te kunnen geven zijn Teams, in je e-mailhandtekening, je profiel op LinkedIn en andere sociale media. 

Diversity officer ACTA

Neem contact op via:

Locatie: 6N-57

Voor

1e-jaarsstudenten Medewerkers Media en pers Studenten Zij-instromers

Direct naar

Mediatheek Schrijfwijzer Studiegids Werken bij ACTA Zenya (inlog)

Contact

Contact algemeen Contact patiënten Personenzoeker (inlog)

Service

Brandportal/Huisstijl (inlog) Servicedesk HR (inlog) Servicedesk IT Serviceportaal VU (inlog)
Privacy statement Disclaimer Colofon ACTA.nl Cookie Settings

Copyright © 2024 - Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam - ACTA is een samenwerkingsverband van VU en UvA