Een wortelkanaalbehandeling heeft een hoge kans op succes. Toch kan de ontsteking na de behandeling blijven bestaan of weer ontstaan. In die gevallen kan de behandeling opnieuw gedaan worden.
Voor een behandeling zijn speciale apparaten en kennis nodig. Uw eigen tandarts kan u om die reden naar ons verwijzen.
Verdoving
Vóór de behandeling krijgt u een plaatselijke verdoving. Dit houdt in dat uw behandelaar het gebied om de tand of kies verdooft dat wordt behandeld. De behandeling is daardoor bijna nooit pijnlijk. Ook verdwijnt direct bestaande pijn.
De behandeling
De tandarts verwijdert of doorboort de bestaande vulling of kroon. Een kroon is een kapje van metaal of porselein dat over de tand is geplaatst. Het wortelkanaal wordt leeggemaakt door het verwijderen van bijvoorbeeld wortelstiften en vulmateriaal. Een wortelstift is een soort staafje van metaal of glasfiber dat door een tandarts in het wortelkanaal wordt geplaatst. Dit wordt gedaan wanneer er na het boren een groot deel van de tand of kies weg is en er te weinig houvast is voor een vulling of kroon. Daarna wordt het kanaal goed bekeken, schoongemaakt en gevuld. Tijdens de behandeling worden röntgenfoto’s gemaakt, zodat de tandarts kan zien of de behandeling goed gaat. En tot slot repareert de tandarts de vulling of kroon.
Als het niet mogelijk is om de vulling of tijdelijke kroon te repareren, wordt de oude verwijderd en maakt de tandarts een nieuwe vulling of tijdelijke kroon.
De hoeveelheid tijd die de behandeling kost, hangt af van het aantal wortels en wortelkanalen dat behandeld moet worden.
Na de behandeling
Uw tandarts vertelt hoe u de plek van de operatie het beste verzorgt. Meestal wil de tandarts na een paar dagen controleren of de wortelpunt goed geneest.
Mogelijke pijn duurt niet lang en kunt u met paracetamol onderdrukken.