Schrijfstijl

Maak je tekst inspirerend

• Ken je publiek

  Voordat je begint met schrijven, denk na voor wie je schrijft en wat ze nodig hebben of willen horen van je. Dus: verplaats je in de lezer. Ga niet uit van jezelf of ACTA, maar van de bezoeker die de tekst leest. Wat zijn de behoeften van de lezer? Hoe kijkt je doelgroep naar het onderwerp?  

  • NIET: ‘De bibliotheek heeft computers die de studenten kunnen gebruiken.’  
  • WEL: ‘Je kunt de computers van de bibliotheek gebruiken.’ 

• Verhalen

  Een van de beste manieren om je lezers te inspireren is door een anekdote (kort verhaal) te vertellen en voorbeelden te gebruiken die je punt duidelijk maken. Anekdotes en voorbeelden maken je tekst levendiger en overtuigender.

• Wat is het voordeel?

  Benadruk het voordeel voor de lezer:  

  • NIET: Om misbruik van gegevens te voorkomen, vragen we om 2-stapsverificatie.  
  • WEL: Om je gegevens beter te beschermen, vragen we om 2-stapsverificatie.

• Vermijd reclametaal

  Vermijd promotioneel taalgebruik, zoals reclametaal (‘het beste vak’, ‘de leukste bijeenkomst’, ‘een fantastische uitkomst’). Beperk je tot de feiten. Dat komt sterker en geloofwaardiger over. Je kunt wel positieve feiten benadrukken: ‘De onderzoekers tonen voor het eerst aan dat...’.

• Wees bondig

  Gebruik geen onnodige woorden of taal die je lezers kunnen verwarren of vervelen. Houd je zinnen kort en eenvoudig, en gebruik overgangen om je alinea’s en ideeën te verbinden.

• Wees duidelijk

  Het is belangrijk dat je doel en/of boodschap duidelijk is. Wat wil je bereiken met je tekst? Wat wil je dat je lezers denken, voelen, of doen na het lezen van je tekst? Wat is het belangrijkste idee dat je wilt overbrengen?

• Wees positief

  Beschrijf wat je wél wilt. NIET wat je niet wil. Buig ontkenning zoals ‘niet’ en ‘geen’ om:  

  • NIET: Geef je niet te laat op.  
  • WEL: Geef je op tijd op.